Almere is een relatief jonge stad in Nederland, die pas in de tweede helft van de twintigste eeuw is ontstaan. Hieronder vindt u een beknopte geschiedenis van Almere:
In de jaren ’50 van de vorige eeuw begon Nederland te kampen met een groot tekort aan woningen. Om dit probleem op te lossen werd besloten om nieuwe steden te bouwen. In 1960 werd de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders opgericht, met als taak om de drooggelegde IJsselmeerpolders in te richten voor bewoning.
In 1975 werd gestart met de bouw van Almere, dat werd vernoemd naar het middeleeuwse plaatsje Almere aan de voormalige Zuiderzee. Het gebied waar de stad zou worden gebouwd, bestond voornamelijk uit polderlandschap en water. In 1984 werd Almere officieel een gemeente, met aan het hoofd de eerste burgemeester, Han Lammers.
Almere groeide snel in de jaren ’80 en ’90, mede dankzij de gunstige ligging ten opzichte van Amsterdam en Schiphol. De stad werd vooral bewoond door jonge gezinnen en starters, die in Almere betaalbare woningen konden vinden. Er werden diverse wijken gebouwd, zoals Tussen de Vaarten, Literatuurwijk en De Gouwen.
In de loop der jaren heeft Almere zich ontwikkeld tot een moderne stad met veel voorzieningen en bedrijven. Zo zijn er diverse winkelcentra, een groot theater, een bioscoop en een jachthaven. Daarnaast heeft Almere veel groen en water, wat het een aantrekkelijke stad maakt voor liefhebbers van natuur en watersport.
Tegenwoordig heeft Almere ruim 216.000 inwoners en is het een van de snelst groeiende steden van Nederland. De stad blijft zich ontwikkelen en heeft diverse nieuwbouwprojecten in de planning, zoals de nieuwe wijk Almere Oosterwold en de bouw van een nieuw stadscentrum.